Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik heb [6]Mijn handen uitgebreid, den gansen dag tot een [7]wederstrevig volk, die wandelen op [8]een weg, die niet goed is, [9]naar hun [eigen] gedachten. 6. Dat is, Ik heb de Joden door de predikatie der profeten, en daarna door de apostelen, steeds laten roepen en onderwijzen, maar zij hebben het niet ter harte genomen. Als de Heilige Schrift zegt dat de mensen de handen uitbreiden of uitspreiden, dat betekent bidden, gelijk Ex.9:29, en 1 Kon.8:22. Zie de aantekening aldaar. Maar als er gezegd wordt dat God prediken, gelijk hier en Spreuk.1:24, zie de aantekening aldaar. 7. Zie hfdst.1 vs.23. De apostel Paulus, de Griekse overzetters volgende, heeft: tot een ongehoorzaam en tegensprekend volk, en hij zegt dat dit tot Israel gesproken is, Rom.10:21. 8. Gelijk Ps.36:5. Het woord weg wordt somtijds in de Heilige Schrift gebruikt voor religie, gelijk Hand.18:25,26, en Hand.22:4. 9. Daar staat Ps.94:11, dat des mensen gedachten de ijdelheid zelve zijn. Zie ook Ps.81:13.